De arbeidsmarktpositie van jongeren was vóór de coronacrisis al precair. Zij werken vaker in flexcontracten voor een beperkt aantal uur, waardoor ze als eerste op straat zijn als het even tegenzit. Ook kunnen ze slechts in beperkte mate een beroep doen op het vangnet van de sociale zekerheid, zoals de WW.
Door de lockdown is de werkloosheid onder jongeren nog verder omhoog geschoten. Sectoren waarin veel jongeren werken, zoals de horeca, zijn hard geraakt. Waar het percentage werkloze jongeren in 2019 nog op 6,5 lag, is dat voor de eerste drie kwartalen van 2020 al 8,5.
Kwetsbare groepen het hardst geraakt
Vooral jongeren die het al moeilijk hadden op de arbeidsmarkt zijn hard geraakt. Dit geldt voor praktisch en middelbaar opgeleide jongeren, en jongeren met een migratieachtergrond. Met name nu in de crisis krijgen ze vaak te maken met verdringing, als hoger opgeleiden die zelf niet aan werk kunnen komen genoegen nemen met banen die anders naar middelbaar opgeleiden zouden gaan.
Relatief veel biculturele jongeren zijn werkloos, onder andere door discriminatie op de arbeidsmarkt. Voor jongeren zonder migratieachtergrond ging 4% van de banen verloren tussen februari en juni, terwijl dit voor jongeren met migratieachtergrond wel 9% was. Dit moet stoppen. Bedrijven, werkgevers en uitzendbureaus die zich schuldig maken aan discriminatie moeten keihard worden aangepakt. Lees meer over hoe wij opstaan tegen racisme en discriminatie.
Aanpak Jeugdwerkloosheid
Hoe langer jongeren zonder werk zitten, hoe lastiger het is om ze weer aan de bak te krijgen. Het kost jaren om een slechte start in te lopen. De aanpak van jeugdwerkloosheid staat daarom hoog op het prioriteitenlijstje van het stadsbestuur. Onze GroenLinks-wethouder Rutger Groot Wassink (Sociale Zaken) is een Aanpak Jeugdwerkloosheid gestart, met maatregelen die meer jongeren aan het werk moeten krijgen. Voor dit plan is 4 miljoen extra uitgetrokken, bovenop het reguliere budget van 8 miljoen euro. Lees hier meer over het actieplan van wethouder Groot Wassink.