Een kapotte lantaarnpaal, gaten in de weg en zwerfvuil; niet alleen jarenlang in de ergernissen top 5(*), maar ook van belang voor een veilig en prettig gevoel (**) in de buurt. Het stadsdeel zet zich hiervoor in. Een schoon en heel stadsdeel is immers in ieders belang.
Ieder jaar stelt de raad de hoogte van de tarieven vast voor zowel burgers als bedrijven (in de verordening afvalstoffenheffing). Die tarieven zijn opgebouwd uit kosten voor de afvalverwerking, het wagenpark en ander materiaal, en de veegkosten. Ondanks recente berichten over vermeende zelfverrijking zijn dit allemaal taken (en kosten) voor een schoon Oost. De tarieven dekken echter de kosten niet.
Het principe dat de vervuiler betaalt, is een belangrijk uitgangspunt. Tegelijkertijd - zeker gezien de maar langzaam herstellende economie - is het belangrijk de kosten voor de inwoners van Oost beperkt te houden. Hiervoor heeft het stadsdeel een soort spaarpot (de egalisatiereserve). Die mag niet te vol zitten, want dat geld kan dan niet voor andere zaken worden ingezet. Ook mag de reserve niet te klein zijn om risico´s op te vangen (veel vuilniswagens die tegelijk kapot gaan bijvoorbeeld).
Op initiatief van GroenLinks is een verordening met tarieven vastgesteld die recht doet aan de bovengenoemde uitgangspunten. Zo wordt Oost op een verantwoorde manier schoon en heel gehouden, en dat komt de leefbaarheid en veiligheid ten goede.